Vuurwerk en Nashville
12-01-2019 Terugblik, Schrijverspunt
Auteur: Kees de Vreugd
Het valt niet altijd mee om een geschikt onderwerp te vinden voor je maandelijkse Terugblik. De kerst was saai en knus, zoals het hoort, en de nieuwjaarsviering is zonder noemenswaardige incidenten verlopen. Traditioneel werden agenten en hulpverleners op zijn oudhollands met vuurwerk en bierflessen bekogeld, en door heel het land gingen auto’s in vrolijke vlammen op. Binnensteden werden tot slagvelden getransformeerd. In Rotterdam schoot een wat al te enthousiaste puber op de drempel van het nieuwe jaar zijn pistool leeg en verbazingwekkend genoeg was dat een paar mensen in de algehele kakofonie opgevallen.
Hier en daar verloor een vuurwerksmijter een ledemaat, oog of hoofd. Tienduizenden huisdieren vluchtten bibberend onder bank en bedstee. Voor drie of vier dagen heb ik geen vogel het door kruitdampen verzadigde zwerk zien doorkruisen. Petities om het afsteken van vuurwerk door particulieren te verbieden werden opgesteld, massaal getekend en verdwenen in een la op de stapel petities van voorgaande jaren. Er is waarschijnlijk geen politicus te vinden, die een tamelijk groot deel van het electoraat zijn jaarlijkse potje stoom afblazen zal willen ontzeggen.
Gelukkig was daar Kees van der Staaij, een politicus die een kwijnende groep bijbelgetrouwe, orthodoxe christenen vertegenwoordigt. Hij ondertekende een van oorsprong Amerikaanse verklaring, waarin - onder andere - homoseksualiteit en transgenderisme tamelijk expliciet worden afgewezen. Of in ieder geval de praktische kanten ervan. Je mag het wel voelen, maar niet doen. Volgens de bijbel, dus ook volgens de ondertekenaars. De Nashville verklaring, en het feit dat een volksvertegenwoordiger het in zijn hoofd haalde om zich bij de inhoud ervan aan te sluiten, deed behoorlijk wat stof opwaaien.
Het regende aangiften. Een zetelloze politica uit de Hoeksche Waard (duh...), een kinderboekenschrijfster uit Woudrichem (huh?) en de ambassadeur van de gaypride (nou, vooruit) deden aangifte van discriminatie tegen van der Staaij. Onder ongetwijfeld anderen. Dagenlang werd het nieuws gedomineerd door mensen die volmondig de inhoud van dit “antihomo-pamflet” afkeurden. Er werd klip en klaar opgeroepen om de ondertekenaars met pek en veren te overgieten, of op zijn minst het zwijgen op te leggen. Zelf opgegroeid in de bijbelriem, krabde ik me achter mijn oren. Vanwaar al die ophef? Is de vrijheid van meningsuiting voorbehouden aan mensen met een gangbare mening?
De standpunten in deze verklaring zijn niet nieuw. Ze staan al millennia opgetekend in diverse heilig verklaarde geschriften. Is het zo schokkend dat bijbelgetrouwen zich achter deze verklaring scharen? Het zijn standpunten, meer niet, die hun oorsprong hebben in een “heilig geschrift”. Standpunten die in het huidige tijdsgewricht op behoorlijk wat tegengas kunnen rekenen.
Van der Staaij houdt zijn rug recht onder al die commotie. Terecht wijst hij erop dat de noties van de SGP over huwelijk en seksualiteit bekend geacht mogen worden. Deze verklaring vertelt ons niets nieuws en als de inhoud in strijd is met Artikel 1 van de grondwet, zoals kinderboekenschrijfsters uit Woudrichem ons willen doen geloven, dan zou de SGP opgeheven moeten worden. Met in haar kielzog de democratie.
Ik heb de verklaring gelezen en hoewel deze noties haaks staan op mijn eigen, door de moderniteit gevormde, denkbeelden, zie ik geen reden om van der Staaij en Co. hun mond te snoeren. Dat druist in tegen andere grondwettelijk geregelde vrijheden, lijkt me. Je kunt je hooguit afvragen of het verstandig is dat een volksvertegenwoordiger zo expliciet uit de kast komt (pun intended) door een dergelijk pamflet te ondertekenen. Vrijheid van meningsuiting is een belangrijk goed. Al is het alleen maar om te weten wie je tegenover je hebt.