Lang leve koe Hermien!
03-02-2018 Weblog HoeMannenDenken
Een slachtveehouder die zijn handelswaar naar zijn vrouw vernoemt; wat moet je daar van denken?
Is het iets Freudiaans? Zijn dat nauwelijks verborgen verlangens, die uit de modderige diepten van een getroebleerde geest naar boven komen drijven? Als je getrouwd bent met een man die Joke 1 t/m 17 vanaf hun geboorte heeft volgespoten en volgepropt met antibiotica, anabole steroïden en krachtvoer, om ze daarna in een slachthuis de strot af te laten snijden, zou ik me als de originele Joke ernstig zorgen maken.
Ik hoop voor Joke dat ze met één oog open slaapt. Dat ze een stomp – of liever: scherp – voorwerp naast haar kussen heeft liggen. Het kan haar van pas komen, met zo’n echtgenoot.
Ik heb nooit wat gehad met koeien. Dat staat daar maar een beetje, gespeend van intelligentie, in zo’n kaalgegraasd weiland, lodderig uit de ogen te kijken. Pollen gras te herkauwen. Er komt werkelijk niks uit hun hoeven. En toch… die Joke 18, het onderwerp van de nieuwste hype, raakt een snaar. Ik heb normaal gesproken ook niets met hypes, maar dit is – toegegeven – een erg leuke.
Joke 18 stond op het punt om afgevoerd te worden naar een levenseindekliniek voor koeien. Samen met haar zus en andere lotgenoten werd ze met elektrische cattle prodders richting de vrachtwagen des doods gedwongen. Joke en zuslief wierpen elkaar een blik van verstandhouding toe, boerden een pol gras op, en besloten gezamenlijk dat dit niet het einde kon, of mocht, zijn.
Ze gingen ervoor en sprongen enthousiast loeiend de vrijheid tegemoet. Het wat slomere zusje werd al vrij snel gevangen, maar Joke 18 – al snel omgedoopt tot koe Hermien – rende het bos in en weet daar sinds haar uitbraak uit de klauwen te blijven van boeren, jagers, koeienfluisteraars (ik verzin dit niet) en ander gespuis. Als een ware Che Koevara.
Koe Hermien heeft met deze ondeugende actie de sympathie van een flink deel van de Nederlandse bevolking afgedwongen. Dit zijn lang niet allemaal vegetariërs en vegans, wat ik je brom. Het regent ludieke initiatieven en hartekreten met grappige namen als #meKoe en FreeHermien!, gestart door mensen die zich identificeren met deze deugniet: een recalcitrante koe, die zich uit het keurslijf wurmde. Die zich weigerde af te laten maken, om als een voorraad gehaktballen in de vitrines van supermarkten te eindigen.
We kunnen er smakelijk om lachen. Er is vijftigduizend euro opgehaald om haar tot haar natuurlijke dood in een rusthuis voor koeien onder te brengen. Ook dit verzin ik niet. Alsof een kalf van amper twee jaar oud al toe is aan een rusthuis. Samen met haar zus, als het voor die laatste niet te laat is. “Ze heeft haar vrijheid verdiend”, klinkt het. Dat geldt dan blijkbaar niet voor de, hou je vast, ruim half miljard dieren die per jaar, na een kortstondig en ellendig bestaan in de bio-industrie, aan een nog ellendiger einde komen. Hebben die hun vrijheid niet verdiend? Alsof je vrijheid moet verdienen.
Ik wil niet eens proberen dit fenomeen, de milde massahysterie rond een uitgebroken koe, te duiden. Een aantal van de mensen die gul hebben bijgedragen aan de vijftigduizend euro voor Hermien, zal ’s avonds zonder nadenken wellicht een stuk van het kadaver van Hermiens zuster in de pan gooien. Schrijver dezes is geen haar beter, wat dat betreft.
Er zijn heel veel argumenten voor of tegen het eten van vlees te verzinnen. Die hoef ik hier niet te herhalen. Op geen enkele morele grond kan de gruwel van de bio-industrie goedgepraat worden. Zal ons aller favoriete koe Hermien die discussie een duwtje kunnen geven, misschien? Heeft ze wat ogen geopend? Of zal ze snel worden vergeten, eenmaal opgeborgen in haar rusthuis? Ik zie haar zo voor me: bedachtzaam kauwend, starend naar verre einders. Zou ze denken aan haar zuster; verlangen naar een weidse prairie?
En waar denken wij aan, als we de jus over de boerenkool scheppen? Met spekjes en zo’n lekkere rookworst?