Uit 't Zuiden

Atheisten zijn geen vrijdenkers

Atheist

27-06-2018 Column

“Atheïsten zijn geen vrijdenkers, maar hebben zich bevrijd van het denken.”
Aldus Stevo Akkerman, in een column in Trouw, vanmorgen.

Hij heeft een boek gelezen. Seven types of Atheism, van de Britse filosoof John Gray. Het boek heeft hij nog niet uit, maar hij is al zo enthousiast over de inhoud dat ie er alvast een column aan waagt.

Stevo noemt zichzelf een wankelmoedige (on)gelovige en John Gray zichzelf een sceptische atheïst. Mensen die voor zichzelf termen moeten verzinnen om zichzelf of hun (on)geloof te kunnen beschrijven, nemen zichzelf vaak wat te serieus. Ik noem mezelf graag een flagrante solipsist. Niet omdat ik een flagrante solipsist ben, maar om mensen het idee te geven dat ik interessant ben en om te pronken met mijn woordenschat.

Back to Stevo en John.
Stevo neemt een aanloopje met de vermelding van Redbad, een Nederlandse speelfilm over een Friese koning, die ten strijde trok tegen Christenen die Nederland in de vroege middeleeuwen vol bekeringsdrang binnentrokken. Een militante atheïst avant la lettre, zogezegd. De connectie met de rest van zijn betoog is in nevelen gehuld. Waarschijnlijk kwam hij na de eerste versie van zijn stukje nog wat lettertekens tekort. Opiniemakers en journalisten worden per woord betaald, heb ik begrepen.

Stevo en John zijn het met elkaar eens: atheïsten zijn zo zeker in hun ongeloof, dat ze in feite zelf gelovigen - met rotsvaste overtuigingen - zijn geworden. Een argument dat maar liefst vier keer in verschillende bewoordingen herhaald wordt. Volgens mij moeten beide heren hebben gedacht iets op het spoor te zijn gekomen.

“Het tegenwoordige atheïsme heeft de vorm aangenomen van een gesloten systeem. De aanhangers noemen zich vrijdenkers, maar hebben zich in feite van denken bevrijd. Dogma’s over vooruitgang en een vergoddelijking van de wetenschap hebben de plaats ingenomen van de christelijke leer. Het moderne atheïsme is een goddeloze voortzetting van het messiaanse denken. Kortom – godzijdank, kortom – atheïsme staat gelijk aan evangelisch ongeloof.”

Zowel Stevo als John zullen bij het bereiken van deze conclusie (4x) ongetwijfeld triomfantelijk om zich heen gekeken hebben, om tot de ontdekking te komen dat er niemand was om triomfantelijk naar te kijken. Hun “eat that!” kaatste tegen de muur van hun lege aan-huis-kantoortje en viel dood voor hun voeten neer.

Dat noemt zich filosoof. En wij ons maar zorgen maken over de achteruitgang van ons educatieve systeem.

Nog een keer, dan maar.
Atheïsme is geen geloof; daarom heet het A-theïsme. Asociaal is niet ook maar een vorm van sociaal.
Hoewel de verbetenheid en overtuigingsdrang van sommige atheïsten in religieuze ogen erg kan lijken op de verbetenheid van sommige gelovigen, is het stompzinnig om dan maar te concluderen dat vanwege deze ene overeenkomst tussen theisten en sommige atheïsten, het atheïsme in zijn algemeenheid zelf wel een “soort van geloof” moet zijn. Heads up: zelfs de fanatiekste atheïsten “evangeliseren” niet, kunnen niet eens evangeliseren, want er is geen overtuiging die overgebracht kan worden. Atheïsme betekent letterlijk een gebrek aan overtuiging.

“Er is een god” en “Er is geen god” zijn geen gelijkwaardige opvattingen. Een atheïst hoeft niks aan te tonen, want de atheïst is niet degene die wat claimt. Verlangen dat een atheïst het niet bestaan van enige god moet onderbouwen, wordt in de argumentatieleer het omkeren van de bewijslast genoemd. Een drogreden.

Als het moderne atheïsme een goddeloze voortzetting van het messiaanse denken zou zijn, wat het niet is, dan ben ik in elk geval geen moderne atheïst. Noch heb ik me bevrijd van het denken, want er valt over dit onderwerp niks te bedenken. Het trieste is dat de argumenten, geponeerd door John en onderschreven door Stevo, al tenminste tweehonderd jaar door het godkamp ingebracht worden en al net zo lang effectief onderuit gehaald.

Het lijkt niet te landen en dat is de reden dat ik geen “moderne” atheïst ben. Bevrijd van het overdenken van wat in religieuze kringen voor argumenten door moeten gaan, hou ik plenty tijd over voor zinniger overpeinzingen. Over wat we gaan eten vanavond, bijvoorbeeld.