Politici en clowns
21-10-2016 Terugblik, Schrijverspunt
Aangezien ik nooit wat meemaak (gisteren nog) voelt het achteraf onbezonnen aan om ermee in te stemmen een maandelijkse bijdrage te leveren aan de rubriek Terugblik. Voor mijn werk reis ik heel de wereld over, wat een mooie inspiratiebron zou kunnen zijn. Helaas is dat een stuk minder spannend dan het klinkt. Mijn wereld bestaat uit luchthavens, hotelkamers, schepen en maritieme techniek. Onderwerpen die buiten een enge cirkel ingewijden door niemand begrepen, laat staan gewaardeerd worden.
Gelukkig volg ik tussen de jetlags door het nieuws op de voet. De politieke en maatschappelijke ontwikkelingen zorgen voor een onuitputtelijke bron van beschouwingen, waarbij ik me niet laat hinderen door kennis van zaken, of zelfs maar een schijn van achtergrondonderzoek. Die zaken leiden slechts af.
Watskeburt? Onze minister-president zei in een interview met de Telegraaf “Sorry, luitjes!” voor het verbreken van verkiezingsbeloften, zoals het inmiddels infame “Geen cent meer naar Griekenland!” Hiermee hoopt hij het vertrouwen van het electoraat voldoende hersteld te hebben, om de komende vier jaar weer andere verkiezingsbeloften te kunnen breken.
De verkiezingscampagne nam alvast een aanvang met de Troonrede, waarin werd gesteld dat het weer hartstikke goed ging met de economie van dit land. Met dank aan het kabinet dat dit voor elkaar had gebokst, werd je geacht tussen de regels door te horen. En die vluchtelingen zijn heus zo eng niet. Dat was zo’n beetje de strekking. Koning Wim is nu eenmaal verplicht dit jaarlijks terugkerende opstel van de MP voor te dragen, maar wist zich er duidelijk geen raad mee. Met het schaamrood op de kaken hakkelde hij zich door dit wonderlijk optimistische epistel.
De campagne werd voortgezet tijdens de Algemene Beschouwingen, hoewel nu behalve de premier met zijn kabinet ook de oppositie zijn zegje mocht doen. Wat een voorspelbaar, slaapverwekkend tafereel. Wilders liet ten overvloede weten dat hij de Islam en de EU af wil schaffen, Kuzu wilde Wilders en de scheiding van moskee en staat afschaffen en die rare van het CDA, Posthumus Brandslang of hoe die vogel ook mag heten, stond met zijn gereformeerde hoofd vingerzwaaiend naar een verveelde, half slapende tweede kamer te roepen dat we zo toch niet met elkaar om konden gaan! Jongens!Jongens?
Het volksvertegenwoordigende publiek keek hem schaapachtig aan. Ergens blafte een hond.
Voorts werd die koddige Emile Roemer uitgelachen en Alex Pechtold zal ongetwijfeld iets doordachts & genuanceerds de kamer in geslingerd hebben. Wat weet ik niet, want telkens als die bejaarde korpsbal in beeld verschijnt begin ik reflexmatig hardop te schelden, totdat de buren me met een nekklem en een tranquilizer tot bedaren hebben gebracht.
Vergeleken met de echte staatshoofden uit het verleden, zoals Colijn, Den Uyl, van Agt en velen meer, lijkt het zooitje ongeregeld waar we het nu mee moeten doen op een stel scholieren dat zich voornamelijk bezig houdt met elkaar vliegen af te vangen.
Maatschappij dan maar. Het straatbeeld werd de afgelopen maand opgefleurd met de verschijning van de allereerste Nederlandse horrorclowns. Een fenomeen dat in de USA en Frankrijk alweer op z’n retour is. In aanvang dacht ik dat die Zaanse tuigvlogger de eerste was, maar die potsierlijke bonenstaak met die enorme neus is erin geslaagd om volledig au naturel weerzinwekkend over te komen. Die jongen heeft geen schmink nodig gehad om zijn fifteen minutes of fame binnen te harken.
Er moet ooit iemand de eerste zijn geweest die heeft gedacht dat kinderen het geinig zouden kunnen vinden als je jezelf uit zou dossen met een doodsbleek gezicht, een knalrode neus, raar haar en dito kleding. Die notie is al vreemd genoeg op zichzelf, maar nog vreemder is dat dit idee navolging heeft gekregen. Ik kan er niet genoeg op hameren: clowns zijn niet grappig. Bij het zien van zo’n gruwel wil mijn skelet de ene kant en de rest van mijn lijf, gedecoreerd met een duimdikke laag kipppenvel, de andere kant op springen. Coulrofobie is de enige logische, gezonde reactie op een clown. Alle maniertjes en attributen (bedreigend op je aflopen of zelfs rennen, nepmessen en -bijlen met nepbloed erop) die deze horrorclowns toevoegen kunnen de figuur op geen enkele manier enger maken dan hij al is.
Godzijdank zal de horrorclown een kortdurend fenomeen zijn (ik waag hier heel ongepast een vooruitblik), want van alle kanten bereiken mij heuglijke berichten dat deze “grapjassen” op grote schaal met honkbalknuppels gemolesteerd worden door doodsbange slachtoffers. Het politiebureau van een gat in Utah, USA, werd overspoeld met telefoontjes en emails, waarin bezorgde burgers de autoriteiten in alle ernst vroegen of het legaal was om zo’n clown dood te schieten. Het antwoord kwam in een officiële verklaring en was, verrassend en teleurstellend, een volmondig “Neen, mits...”
Dat valt me tegen van die cowboys in het overzeese. Wat mij betreft zijn horrorclowns de uitzondering op de regel dat we, althans in Europa, geen doodstraf opleggen. Als alternatief kunnen we ze een baantje in de landelijke politiek aanbieden, om volgend jaar elkaar Algemeen te Beschouwen. De engste maken we premier. Geen mens die het verschil zal zien.