De hond en de spin
07-09-2016 Column
Het “adopteren” van een hond uit het asiel, zoals dat tegenwoordig heet, brengt verantwoordelijkheden met zich mee. Een daarvan is regelmatig uitlaten van het hondebeest. Aangezien ik een broertje dood heb aan wandelen, heb ik ons exemplaar geleerd aan de lijn te lopen naast de fiets. Eerst stapvoets, nu in een tempo dat ik nauwelijks bij kan benen.
Dat ging niet zonder slag of stoot: een aantal keren werd ik haaks van de fiets afgetrokken, omdat onze ADHD kruising border collie achter een paar eendjes, een kat of iets anders aan ging. Of schrok van een voorbijrazende scooter of vrachtwagen.
Na drie weken vallen en opstaan hebben Vito en ik het onder de knie gekregen. We zijn op elkaar ingespeeld als een bobslee-team. Niet dat ie nergens meer achteraan wil of af en toe domweg vergeet dat ie aan een fiets vastzit, maar omdat het baasje heeft geleerd zijn ogen open te houden en bij elke verdachte beweging alvast te remmen en zich voor te bereiden op een ontzagwekkende ruk aan de lijn.
Vanmorgen hebben Vito en ik een kleine terugval gehad, maar ik moet toegeven dat het deze keer niet zijn schuld was. Half slapend reed ik in de brandgang achter ons huis met mijn kop in een spinnenweb. Het soort spinnenweb dat je na drie keer wassen nog steeds voelt: sterk, plakkerig en veerkrachtig. Alsof ik met m’n harses in een sterk opgerekte nylon dameskous reed. Ik rook gelijk onraad, temeer omdat ik aan de periferie van mijn blikveld iets ontwaarde wat nog het meest weg had van een tennisbal in een bontjas, waaruit acht poten staken. Poten zo dik als mijn pink. Die gruwel bewoog zich razendsnel langs een onzichtbare draad van zijn verwoeste web richting mijn elleboog. Ongetwijfeld vol wraakgevoelens. Voor mij voldoende reden om hysterisch te worden en woest met m’n arm te zwaaien in een poging het gedrocht van me af te schudden.
Terwijl ik daar vrij druk mee bezig was, vergat ik dat ik op een fiets zat en met mijn andere hand het stuur en de riem vast had, met aan het andere eind van die riem een hond die zich van geen kwaad bewust was. Ik vergat ook de haakse bocht aan het eind van de brandgang en kwam daarom niet al te zachtzinnig en met enig gekletter abrupt tot stilstand tegen een nauwelijks te missen bakstenen muur. Nauwelijks te missen als je niet probeert de hoofdrolspeler van “Arachnophobia, the movie”, van je af te schudden.
Toen gebeurde er een hoop ineens, hoewel het meeste daarvan in mijn hoofd. Terwijl ik me nog af sta te vragen waar die muur nou ineens vandaan is gekomen, me tegelijkertijd afvraag waar die spin is gebleven, de microseconde erna tot mijn diepste afgrijzen iets over m’n rug langs m’n ruggengraat omhoog voel kriebelen, komt Vito, die de bocht wel had gezien, op toeren en trekt me zijwaarts van de fiets af.
Weet je hoe moeilijk het is om met een gestrekte linkerarm aan een strak gespannen hondenriem, struikelend over een gevallen fiets, met je andere hand in minder dan een seconde een shirt van je bast af te rukken? Ik zal het Guiness book of records er eens op naslaan, want volgens mij heb ik hier een record te pakken.