Groesplaat (III)
27-08-2018 Column
Op de Groesplaat is altijd wat te doen. In ieder geval ’s morgens, als Maria Bellemakers haar opwachting maakt. Ik had willen schrijven: “met in haar kielzog haar hysterisch vrolijke roedel”, maar dat zou de werkelijkheid geweld aandoen. In feite rolt ze het veld op, in een strak gevlochten bal van hondenriemen waar hier en daar een verbaasde hondenkop uit steekt. Mocht ze kans hebben gezien om uit de knoop te blijven, wordt ze als een waterskiër achter vijf tot acht strakgespannen lijnen hotsebotsend over pollen gras het veld opgesleurd.
De eerste keer dat Vito, Laima en ikzelf met dat tuig geconfronteerd werden, dacht ik dat m’n laatste uur geslagen had. We hadden ons rondje Groesplaat net achter de rug, toen drie van haar honden uitbraken en ons woest blaffend kwamen “begroeten”. Lieffie, een kleine pluisbal die haar naam geen eer aandoet, voorop natuurlijk. Met haar grote waffel. In haar kielzog (nu past het) Spriet en Wolle.
Vito, die als altijd blij en enthousiast al aanstalten maakte om het spul kwispelend te begroeten, bedacht zich en zocht dekking achter me. De lafaard. Laima verblikte of verbloosde niet en liet met een snauw en een grauw op de juiste momenten al vrij snel weten wie de enige echte, ongenaakbare Koningin van het Veld is. Hondentaal is niet altijd even nauwkeurig te interpreteren, maar de FUCK OFF die zij met haar lichaamstaal projecteert is nauwelijks te missen.
Maria’s roedel bleek van het slag “veel geschreeuw, weinig wol”, want die capituleerde snel. Pluimpje voor Laima. Met al mijn ledematen nog ongeschonden op hun plek, maakten Maria en ik kennis. Sindsdien is haar roedel en mijn mini-versie daarvan goed geïntegreerd. We lopen nu bijna dagelijks samen op.
De dynamiek in zo’n roedel verandert van moment tot moment en kan leuke taferelen opleveren. Zo stonden een aantal weken geleden Spriet, Vito, Blacky en Wolle in een cirkel van zo’n dertig meter doorsnede in een prachtige patstelling. Spriet stond in het water met z’n kop laag de rest aan te staren, of uit te dagen.
De rest keek schaapachtig terug, hier en daar zag je een staart tussen de achterpoten verdwijnen. Iets in Spriets houding deed hen aarzelen. Gaan we rennen? Stoeien? Elkaar aan stukken scheuren? Wat?
Het was uitgerekend Hoppa - “barks at nothing” - die de spanning doorbrak, door, ongevoelig voor welke dynamiek dan ook, op zijn gemak door de periferie van Spriets blikveld te drentelen. Spriet trok een spurt en deed een schijnaanval, die Hoppa hooguit zijn wenkbrauwen deed fronsen. Hoppa snapt überhaupt niet veel, maar van andere honden al helemaal niks. 't Is zo'n lieve drol ...
De spanning was doorbroken. Het was het startsein voor de rest en ze eindigden in een stuiterende massa kwispelende staarten. Even later liepen ze weer rustig naast elkaar het veld op. Mooi om te zien.
Soms neemt de dynamiek helaas een grimmiger vorm aan. Er zijn namelijk ook andere honden in het losloopgebied aanwezig. Meestal gaat dat prima samen, voornamelijk dankzij Maria die alert reageert op signalen van agressie of onzekerheid, die zij razendsnel de kop indrukt. Ik ben wat minder alert, wat dat betreft.
Vanmorgen kwam Gijs, een grijsharige Does, de roedel begroeten. Gijs is een vriendelijke hond, maar kan ietwat onbesuisd de hoek uit komen. De (hernieuwde) kennismaking begon leuk genoeg, maar terwijl ik met een shaggie in mijn hoofd naar laagvliegende zwaluwen keek, veranderde het vrolijke geblaf achter me abrupt in een gespannen gegrom, iets wat klonk als blikkerende tanden en het hoge gejank van Gijs, die in paniek een aantal honden van zich af probeerde te bijten.
“O, een opstootje,” dacht ik.
“Die van mij doen dat niet,” dacht ik er achteraan.
Tot Maria iets riep. Het klonk als “VITO!!!!” Je verwacht het niet. Wat, Vito? Vito????
Vito, die nog geen dag daarvoor door Maria in haar FB groep werd omschreven als een “geweldige lieve vrolijke stabiele reu”, had zichzelf tot een woest snappende, grauwende en borstelende adrenaline-bom getransformeerd. Of hij zich aan liet jagen door de rest of andersom wil ik van af zijn, maar het zag er naar uit dat hij, met assistentie van Blacky en een paar andere honden, op het punt stond Gijs naar de eeuwige jachtvelden te sturen.
Ik kende m’n zachtaardige, lieve straatschooiertje niet terug. Alleen met de grootst mogelijke moeite en met assistentie van Wendy Dirkx, die zich met ware doodsverachting in de kluwen stortte, kon ik de ontketende furie van Gijs aftrekken. Het duurde zeker tien minuten tot de adrenaline uit z’n lijf was en ik hem weer los durfde te laten.
De snelheid waarmee de stemming in zo’n roedel om kan slaan, en hoe gevoelig mijn geweldige lieve vrolijke stabiele reu daarvoor is, blijft me elke keer verbazen. Dit was het toppunt: ik heb ‘m nog nooit zien vechten. Dankzij de waarschuwing van Maria en het kordate optreden van Wendy is erger voorkomen.
Je leert veel van roedellopen. Gelukkig was ik vanmorgen met mensen die er veel meer ervaring mee hebben dan ik.